Camerabewaking kan vallen onder bepaalde wetgevingen, afhankelijk van waarvoor je het gebruikt. Lees in dit artikel welke verschillende regels er bestaan en waar jij rekening mee moet houden als onderneming.
De AVG is in voege sinds 25/05/2018 en heeft als doel de regels voor de verwerking van persoonsgegevens van personen of ondernemingen gevestigd in de Europese Unie vast te leggen. Onder persoonsgegevens verstaan we de gegevens die aan een persoon verbonden zijn en waardoor we deze persoon kunnen identificeren (vb. naam, adres, foto, …). Bedoeling is dat de procedures rond transparantie, doelbegrenzing, gegevensrestrictie, correctheid, bewaartermijn, integriteit en verantwoording bij het verwerken van de persoonsgegevens steeds nageleefd worden.
Deze regelgeving is van toepassing voor alle ondernemingen die persoonsgegevens bijhouden en deze gegevens verwerken.
Bijkomend is er sinds 5 september 2018 ook de Wet op Verwerking van de Persoonsgegevens. Dit is een Belgische aanvulling op de AVG.
De camerawet is van toepassing op bewakingscamera’s. Hieronder verstaan we elk vast, tijdelijk vast of mobiel toestel dat wordt ingeschakeld voor bewaking en het toezicht van de desbetreffende plaats(en). Nepcamera’s, ook wel dummy-camera’s genoemd, vallen niet onder de verplichtingen van de Camerawet.
Het doel van deze camera’s is:
De beelden mogen enkel verwerkt worden voor bovenstaande doelen.
Voor de Camerawet moet ook steeds het proportionaliteitsprincipe in het achterhoofd gehouden worden. Denk hierbij aan het bewaren van het evenwicht tussen het belang van de verwerkingsverantwoordelijke en het recht op de bescherming van het privéleven van de gefilmde persoon. Daarnaast moet de verwerking van beelden ook noodzakelijk zijn en mogen er geen overbodige beelden verwerkt worden.
Tot slot zal je ook enkele administratieve zaken in orde moeten brengen. Lees er meer over in onze blog ‘Welke administratie mag je niet uit het oog verliezen voor de Camerawet?’
De collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) nr. 68 handelt over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers t.o.v. camerabewaking op de werkplaats. In sommige gevallen is het namelijk zo dat cameratoezicht op de werkplek gevolgen kan hebben voor de privacy van de medewerkers.
Volgens de CAO nr. 68 is camerabewaking slechts toegestaan voor de volgende doeleinden:
Als werkgever moet je duidelijk het doel van de camerabewaking meedelen aan je werknemers.
Dit blogartikel werd opgesteld in samenwerking met onze partner Peeters Euregio Tax en Law (Hasselt). Voor meer informatie over de wetgeving in detail, kan je altijd contact opnemen met Peeters Euregio Tax en Law.